Prenataal onderzoek geoorloofd?

Onder prenataal onderzoek verstaan we het tijdens de zwangerschap onderzoeken van de embryo op aangeboren of erfelijke afwijkingen of ziektes. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen prenatale screening, waartoe de combinatietest, de tripletest en de 20-wekenecho gerekend worden, en prenatale diagnostiek, waartoe de vruchtwaterpunctie, de vlokkentest en de niet-invasieve prenatale test, afgekort NIPT, gerekend worden. Deze laatste test is vrij nieuw en wordt thans bij wijze van proef selectief aangeboden aan die zwangere vrouwen bij wie op grond van de combinatietest een duidelijk verhoogde kans op bijvoorbeeld een kindje met het syndroom van Down is vastgesteld. Na afloop van deze proefperiode met de NIPT (proef loopt tot Deo volente april 2016) wil minister Schippers een beslissing nemen over de vraag om de NIPT voortaan routinematig aan alle zwangere vrouwen aan te bieden. In Denemarken is dit al sinds 2004 het geval. En sinds die tijd worden er in Denemarken nauwelijks nog kinderen met het Downsyndroom geboren, omdat veruit de meeste vrouwen die op grond van de NIPT het bericht krijgen dat hun kind het Downsyndroom heeft, de zwangerschap voortijdig door middel van abortus laten afbreken. Dit enkele voorbeeld laat al zien dat van het prenataal onderzoek een geheel verkeerd gebruik gemaakt kan worden. De vraag dringt zich dan op in hoeverre het laten uitvoeren van prenataal onderzoek geoorloofd is? Lees meer daarover in het julinummer van In het Spoor (2015). Vraag vrijblijvend en gratis een proefnummer aan of abonneer u voor slechts 7 euro per jaar op dit blad. Zie voor meer informatie onder: Publicaties/In het Spoor.

Wijk en Aalburg | 1 juli 2015 | Redactie In het Spoor
_____________________________________________________________________________________________________________________________